Het was in de periode daarna dan ook best even zoeken wanneer een vergadering op een andere plek dan de bestuursgang plaatsvond. Hoe anders is dat sinds een paar weken! Tijdens mijn introductiedag was mijn eerste halte de kledinguitgifte. Een magisch systeem dat tot op heden elke keer de juiste maat uniform uitspuugt. Van daaruit naar de vergaderruimte, via een kruip-door-sluip-door naar het instructielokaal voor uitleg over infectiepreventie en glucosemetingen en later die dag naar reanimatie-training halverwege een gang waarvan ik nu niet meer zou kunnen zeggen of het op de 3e , 4e of 5e etage was.
Tijdens de introductiedagen kwam ik ook voor het eerst in ‘de villa’: een huis naast het GHZ-terrein waar we oefenden met een casus van een ‘vitaal bedreigde patiënt’. Een plek waar ik hoop voorlopig niet meer te komen is het mortuarium, hoewel ik het bijzonder interessant vond om hier te horen hoe het allerlaatste stukje zorg binnen het ziekenhuis wordt gegeven wanneer een patiënt het niet heeft gered.
Tijdens mijn stage kom ik steeds op nieuwe plekken: de gipskamer, de verkoeverruimte, de CCU, de IC en natuurlijk het laboratorium. De route daar naartoe ken ik inmiddels extra goed, want als je de patiëntensticker vergeet krijg je geen bloed mee en kun je de route nog een keer oefenen..
Na een paar weken stage kom ik overal bekenden tegen en voel ik me steeds minder vaak een verdwaalde brugklasser. Het ziekenhuis voelt door mijn vele interne excursies een stuk vertrouwder. Je komt nog eens ergens!